Nu dochter Faye over een paar maanden naar school gaat, pinkt de anders zo stoere Nathalie een nostalgisch traantje weg. Time flies. Zakdoeken bij de hand!

tekst: Nathalie Driessen

Blad: Ouders van Nu

Geniet, geniet! schreeuw ik bijna tegen mezelf van binnen
Een nieuwe wereld zal voor haar opengaan
Ik koester elk moment want het komt nooit, nooit meer terug

Faye van drie en half jaar was ons kleine hummeltje. Tot ik haar vannacht in haar bed tilde en een meisje voelde. Ze is zwaar. Geen baby meer. Ze heeft een eigen wil. Ze zegt ‘nee’ als ze ergens geen zin in heeft. Ze knuffelt me, maar rent weg als ik haar te lang vasthoud. Elke avond slaapt ze met een ander knuffelbeest en ik denk: ze zal later toch niet zo met mannen zijn? In mijn hoofd doemen horrorscenario’s op. Van een vijftienjarige puber die prompt vertelt dat ze zwanger is, een geslachtsziekte heeft opgelopen en joints rookt. Ik voel een knoop in mijn maag, rillingen in mijn lijf, maar probeer mezelf te beheersen. Mijn mantra: niet doordraven, genieten van nu. Van haar lieve woordjes en zoete stemmetje wanneer ze zegt ‘Mama ik hou van jou’ en ik me zo vertederd voel. Van haar vrolijke, clowneske gedrag en creatieve geest, gestimuleerd door de Nijntje musical. “Mamaaaaa! Je kunt overal theater van maken: een poezentheater, een creche-theater, een Albert-Heijntheater!” Van al haar kleine en grote dagelijkse momenten en fratsen, zoals toen ze volhardend haar schoen bleef zetten terwijl Sinterklaas al lang terug naar Spanje was. Compleet met nieuwe tekening, uitgedroogde wortel en al. En maar uit volle borst blijven zingen: ‘Zie ginds komt de stoomboot…’ Zou ze later ook zo’n volhouder zijn?
Ik voel me trots, voel de tranen prikken bij het besef ik dat al die momenten voorbij gaan. Dat onze kleine Faye langzaam op eigen benen gaat staan en dat er een moment komt dat ik haar los zal moeten laten. If I could turn back time.

Aanmodderen
Het lijkt als de dag van gisteren toen Faye geboren werd. De bevalling, de pijn, het geluid dat uit haar longetjes kwam toen ze ter wereld werd gebracht. Al vanaf het aller-, aller eerste moment liet ze met haar gebrul weten dat ze er was. En wie ze was. Een dame met een wil. Mijn kleine meisje. Wat was ze mooi, met haar getinte huid, haar grote bruine ogen en haar donkere haren. Apetrots waren we. Maar ook o zo kwetsbaar. En moe. Nu pas dringt langzaam tot me door hoe bijzonder het is dat je kind nog zo klein en aanhankelijk is. Dat ik daar meer van had moeten genieten. Genieten? Mensen die dat tegen me zeiden, kon ik wel afschieten. Wat nou genieten? Ik deed geen oog dicht! Voelde me een kasplant met geschuurde, bebloede tepels en had niet eens tijd om naar het toilet te gaan. Het brak me op. Ik dacht: was ze maar groot en zelfstandig, sliep ze maar door, waar is mijn vrijheid? Vervolgens voelde ik me schuldig over mijn egoïstische gedachten, want ik adoreerde Faye. Misschien wel te veel.
Nu ze bijna naar school gaat steekt dat schuldgevoel onverwachts weer de kop op. Waarom kon ik niet rustig alles over me heen laten komen? Maar voor mij voelde dat eerste jaar als een survival of the fittest. En als ik iets niet was, dan was het fit. Alleen al die borstvoeding was een ervaring op zich. Faye beet zich meteen vast, zo van: en die laat ik nooit meer los! Dus zat ik (ik heb het geteld) dagelijks acht uren met haar aan de borst. In het café, thuis op de bank, in het park, zelfs op het hete strand waar zich op dat moment net een zandstorm had ontketend. Ik vervloekte mezelf. Hoe had ik haar – nog geen twee maanden oud – in godsnaam mee kunnen nemen naar het strand, in een bloedhete auto, zonder airconditioning, in de file om vervolgens terecht te komen in een zinderende zon plus zandstorm waar de parasols ons om de oren vlogen? Daar zaten we dan: mijn Fayetje en ik, in kleermakerzit, want ze moest drinken. Mama met de tiet uit haar gescheurde jurk, onder een aftandse paraplu die kwam aanrollen en nog geen vijf minuten later weer werd meegenomen door de wind. Wat was ik gestresst! Ze zou vast uithongeren, verdorsten en verbranden hier op dit godvergeten, hete strand. Om maar niet die vliegende parasols te vergeten die straks tegen haar tere hoofdje zouden aanbeuken. Ik sleepte haar mee naar een stelletje dat de macht over hun parasol nog niet was verloren. Smeekte of ik even in de schaduw mocht schuilen. We waren gered. Dit was nog maar een van de weinige anekdotes die ik je kan vertellen over dat eerste jaar. Het was aanmodderen. Zelf het wiel uitvinden, zoals bij ieder ander. Neem nou de crèche. Geweldig vond Faye het! Toen al, zo klein als ze was. Hoe meer indrukken, hoe beter. En wij werden met onze angsten geconfronteerd, want wat was ze vaak ziek en wat waren wij vaak ongerust. Dan weer een oorontsteking, griep of andere malaise. Wekelijks zaten we aan huis gekluisterd. Omdat Faye ziek was of omdat ze ons had aangestoken. We zijn nog nooit zo vaak ziek geweest als toen. Uiteindelijk is ze gelukkig alleen maar sterker geworden, en wij met haar. Wat een weerstand!

Schuldgevoel
Het cliché klopt: alles werd makkelijker. Ik kon weer slapen, werken, denken… Voelde me zekerder over alles. Ik kon zelfs weer met vriendinnen ’s avonds de hort op gaan zonder een week lang geradbraakt te zijn. Heel voorzichtig begonnen we na te denken over een tweede. Want een zusje of broertje voor Faye zou wel heel leuk zijn. Nu alvast oefenen, dachten we, want bij Faye duurde het anderhalf jaar voordat het lukte. Wat denk je? Meteen raak. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik naar de zwangerschapstest keek. Zo snel? Dat moest ik even verwerken. Want net nu ik mijn leven terug kreeg, zou het hele circus opnieuw beginnen. Veel tijd om daar bij stil te staan had ik niet. Mijn buik groeide en groeide en voor ik er goed en wel erg in had werd Leah geboren. De zwangerschap was voorbij gevlogen. En zo ging het ook met het eerste  jaar met Leah. Wat hadden we het leuk samen en wat was Faye dol op haar zusje. De eerste drie maanden vergeet ik daarbij maar even… . Een drama! Faye was niet meer nummer een en dat begreep ze niet. Maar ook díé hysterische fase ging voorbij en nu spelen ze heel gezellig samen, al glipt er natuurlijk af en toe een ruzie tussendoor. Hoort erbij.
Ook de stress die me overkwam toen ik weer ging werken, ben ik bijna vergeten. Ballen hooghouden, twee kleine kinderen verzorgen, het huishouden, relatie leuk houden, scoren op de werkvloer en dit alles zonder een goede nachtrust. Het viel me zwaar. De wallen onder mijn ogen groeiden en groeiden en ik dacht maar een ding: ik verzuip. Maar ik bleef dobberen en langzaam maar zeker lukte het.
En nu? We slapen eindelijk door, althans, meestal wel. Wat voelt het goed om niet dagelijks als een zombie door het leven te gaan en chagrijnig te zijn. Om écht te kunnen genieten van de kinderen. En wat heerlijk om weer lekker drie en halve dag per week met een helder hoofd te werken. Me-time and I love it!  Het voelt als vrijheid. In de randen van de dag fiets ik even naar de markt, of ik drink ergens een kopje koffie in een café. Ik zie het als bijkomen. Uit het raampje staren, mijmeren, met mijn meisjes in mijn hoofd, om vervolgens weer op mijn computer te tikken en creatief te mogen zijn, waar ik ook ben. Maar ja, die keerzijde, daar is ie weer: de tijd. Die tijd die voorbij schrijdt. En weer bekruipt me dat schuldgevoel. Spendeer ik wel genoeg tijd met ze? Moet ik niet elke minuut met ze samen zijn en elke seconde koesteren? Nu doe ik dat natuurlijk al in de momenten dat ik bij ze ben, maar zou ik niet twentyfourseven aandacht aan ze moeten besteden zoals mijn thuisblijfmoederende vriendinnen? “Voordat je het weet zien ze je niet meer staan!”, roept die vriendin elke keer als ik vraag of zij weer gaat werken. Maar ze wil geen moment van ze missen. Ook niet als ze straks op school zitten.

Geniet! Geniet!
Ik begrijp haar wel. Maar ook weer niet. Zelf word ik niet gelukkig als ik niet werk, niet kan leren, mezelf niet kan stimuleren. Maakt dat me een egoïst? Misschien. Maar iets voor mezelf doen maakt me een gelukkige moeder. Keerzijde is het gevoel dat ik overal in tekort schiet: in mijn werk en in mijn moederrol. De eeuwige spagaat. Vooral op die momenten toen Faye werkelijk overal tegenin ging. Tijdens haar peuterpubergedrag zaten we met onze handen in het haar. Ze was zó extreem lastig; lag het aan ons? Na een leerzaam DVDtje en talloze boeken begreep ik hoe belangrijk het was om me nog meer in haar in te leven. Maar ook om grenzen te trekken en haar te laten begrijpen dat wij de baas zijn. Ze is nu zoveel rustiger en liever. Legt uit wat ze voelt en gehoorzaamt grotendeels. Het was maar een fase die ook weer voorbij vloog. Wéér die tijd die zo snel verstrijkt, die als een uitschreeuwende meeuw rondjes boven je hoofd cirkelt, en je eraan herinnert dat je hem moet blijven volgen. Want nu is Faye al weer drie en half jaar. Nog even en ze gaat naar school. Daar leert op eigen benen staan, zittend in die grote klas met een juf die ze helemaal niet kent. Daar maakt ze nieuwe vriendjes en vriendinnetjes, speelt ze op het schoolplein, komt thuis bij vriendjes en vriendinnetjes…. Een nieuwe wereld zal voor haar opengaan, een wereld waarin ik haar grenzen zal moeten bewaken. Wat kan ze aan? Wat nog niet? Ook dat leert ze. Er komt een moment dat ze exact weet waar haar grenzen liggen. En hoe ze die moet bewaken. Dat is weer zo’n moment waarop ik als moeder een stapje terugdoe. Waarop ze weer iets steviger op haar eigen benen staat.
Ondertussen tikt de klok. Tik tak tik tak… Niets is voor eeuwig. Geniet, geniet!, schreeuw ik bijna tegen mezelf van binnen. Blijf haar volgen. Haar uitbundige geschater. Haar knuffels. Haar kleine voetjes. Teentjes. Haar allerliefste neusje. Haar zoete stemmetje. De liedjes waarmee ze ons wekt. Elk woordje wat ze zegt. Want het komt nooit, nooit meer terug. Koester elk moment en stop het in een doosje om het voor altijd vast te houden!

OvN PEUTERSPECIAL
09) ik-verhaal
Versie 1 : 14 december
Geredigeerd door MH