In het meest ideale geval zijn we een gescheiden stel zonder ruzie’

Stel, je kunt die ware niet vinden, maar je wilt wel een kind. Dan kun je co-ouderen met een vreemde, iets wat we steeds vaker zien in Nederland. Zelfs als je allebei heteroseksueel bent.

Hans: “Na jaren van hoop en wanhoop is het toch gelukt. Ik ben eindelijk vader. Mijn zoon is nu 19 maanden oud, een prachtkind en ik had me niet beter kunnen wensen. Ik heb hem samen met een zogenaamde ‘wensmoeder’ gekregen. Manon en ik co-ouderen en zijn allebei heteroseksueel. We hebben geen relatie, ons kind is niet vanuit liefde voor elkaar verwekt, maar we hebben wel onze kinderwens vervuld. Haar klok tikte en die van mij ook. De liefde zat bij ons allebei niet mee. Toen een jaar of twee geleden dus onze paden kruisten, zijn we samen voor dat co-ouderschap gegaan. Het leek nu of nooit.

Er ging wel wat aan vooraf. Mijn kinderwens had ik al vanaf jongs af aan. Natuurlijk, het liefst was ik deel geweest van een harmonisch, liefdevol gezin maar dat was nu eenmaal niet het geval. Ik miste vooral het vaderschap. Het gevoel dat je eindelijk voor iets echt belangrijks verantwoordelijk kunt zijn, en tegelijkertijd de wetenschap hebt dat je die verantwoording met liefde kunt dragen. Zeven jaar terug, toen ik net uit een lange relatie kwam, zag ik vrienden om me heen ouders worden. Ik wilde dit ook! Zó graag, dat ik een vertekend beeld kreeg van de werkelijkheid. Ik dacht dat ik heel makkelijk een nieuwe vriendin kon vinden. Dat viel uiteindelijk vies tegen, omdat ik té graag wilde. Bij elke vrouw die ik tegenkwam dacht ik eerst: is ze wel vruchtbaar?, en dan pas: is ze leuk?, Mijn extreem grote kinderwens werkte averechts. Intussen bleef die enorme oerdrang om vader te worden en had ik romantische gedachten van ‘het gelukkige gezin’, misschien omdat ik zelf uit een behoorlijk perfect gezin kom waar alles kabbelend verliep. Ik verlangde terug naar dat veilige gevoel van vroeger. Dus bleef ik rondzwerven op datingsites in de hoop die ware tegen te komen. Ik ontmoette een jongere vrouw en werd smoorverliefd, maar na zes weken bleek dat ik voor haar meer een flirt was en werd ik weer op mezelf teruggeworpen. Het maakte me allemaal heel onrustig, waardoor ik besloot een persoonlijk ontwikkelingstraject te volgen, een tantra-opleiding, waar ik meer in contact kwam met mezelf. Daar leerde ik weer een vrouw kennen, Suzan, met wie ik steeds closer werd.

Capabele moeder

In diezelfde periode, ik was inmiddels 45 jaar, vroeg een vriendin wat mijn gevoelens waren ten opzichte van het zogenaamde wensouderschap. Oftewel: een kind krijgen met een onbekende en samen de verantwoordelijkheid delen. Deze vriendin wist dat ik een kinderwens had en had net via de mail gehoord dat Manon, een goede vriendin van haar, een wensvader zocht. Manon had al haar kennissen aangeschreven met de mededeling dat ze moeder wilde worden, en niet meer op een partner wilde wachten. Zij vond het erg belangrijk dat haar kind ook een vader zou hebben en zocht daarom liever een co-ouder via haar eigen netwerk dan via het web. Ik was razend enthousiast! Maar: ik had inmiddels een innige band opgebouwd met Suzan. Met haar kon ik geen kind krijgen omdat ze te oud was en ze had er al drie. Gelukkig heb ik Suzan in het begin van de relatie verteld dat wanneer ik de kans zou zien om mijn kinderwens te vervullen, ik hiervoor zou gaan. En dat begreep ze. En door het concept van het wensouderschap zou ik Suzan kunnen blijven zien en toch mijn kinderwens vervullen, dacht ik. Dit was dé uitkomst! Maar Suzan vond het een absurd plan. Kinderen krijgen is volgens haar het intiemste wat je ooit met iemand kunt delen, dus doe je dat niet met een ‘vreemde’. Tegelijkertijd wilde ze me niet in de weg staan, dus hield ze zich op de vlakte.

Manon en ik ontmoetten elkaar snel daarna en we hadden meteen een goeie klik. Ik was van haar onder de indruk. Ze was zelfverzekerd, krachtig, mooi en qua denkbeelden over opvoeding kon ik me erg makkelijk vinden in wat ze zei. Wel was duidelijk dat zij hier meer over wist, omdat ze ook op professioneel met kinderen bezig was. Ik vond haar zeker capabel, dacht: dit kan absoluut de moeder van mijn kind worden! En ik vond het erg fijn dat ze ook zo positief was ingesteld. Bijna begon ik me af te vragen waarom we als wensouders te werk zouden moeten gaan en of we niet echt een gezin zouden moeten vormen..Want dat is, uiteindelijk, toch de meest ideale situatie. Na een paar keer afspreken hebben Manon en ik dus gevreeën. We zijn toch een heteroman en heterovrouw en ik denk dat we wilden voelen of kijken of we ook op de ‘normale’ manier een gezin konden stichten. Maar al snel voelden we dat we eigenlijk meer verliefd waren op ons plan om een kind te maken dan op elkaar. We hebben het een keer of drie geprobeerd, maar het was zo mechanisch dat we besloten om het niet meer te doen en te beginnen met insemineren. Want voor dat kind gaan wilden we wél!

Hoge verwachtingen

Intussen zetten we ook een en ander op papier omtrent ons toekomstige kind. We waren in een blije periode en schreven het vanuit een positief gevoel. Vanuit liefde. Misschien stom of naïef dat ik niet meteen ouderlijk gezag opeiste, maar zo was het. We hebben expres niet alles uitgesloten wat er mis kon gaan, want dat zou een heel negatief verhaal worden. We besloten onafhankelijk op te schrijven hoe we de toekomst voor ons zagen. Daarna bespraken we onze twee afzonderlijke teksten en hebben deze samengevoegd tot één verhaal: onze intentie verklaring. Achteraf gezien een zeer romantisch document: ‘samen’ was het grote woord wat overal terugkeerde. Verder waren de lusten en lasten 50/50 verdeeld. De eerste drie maanden zou het kind in ieder geval nog bij Manon blijven. Alles wat we konden bedenken is besproken. Natuurlijk wilde we allebei onze achternaam aan het kind geven, maar daar al het initiatief bij haar vandaan kwam, gunde ik haar dat. Over de opvoeding waren we het ook aardig eens en bij een meningsverschil zou zij leidend zijn. Dat vond ik niet meer dan normaal omdat zij meer over opvoeding wist vanwege haar werk.

Suzan had intussen tijdens de inseminatieperiode afstand genomen omdat het haar allemaal teveel werd. Ik liet haar gaan. Ik móest en zou deze kinderwens vervullen. Tegelijkertijd vond ik het vader worden heel spannend en voelde me vaak onhandig naar Manon toe. Ik had moeite me een houding te geven. Open te zijn zoals ik dat wel bij Suzan kon, lukte niet echt. Ik had faalangst, werd steeds banger dat ik tekort zou schieten en verkrampte. Ik miste Suzan. Maar al snel vertelde Manon dat ze zwanger was! We sprongen een gat in de lucht! We waren zó blij. Ongeveer gelijk met het bekend worden van de zwangerschap won ik ook Suzan terug. Bij haar voelde ik me veilig en mijn toekomst als vader uitstippelen deed ik haast als vanzelf bij haar. Manon merkte hier weinig van en voelde zich op haar beurt juist een beetje door mij verlaten. Hierdoor werd ze behoorlijk fel wat mijn ‘kramp’ naar haar toe verergerde.

We deden beiden erg ons best om er het beste van te maken maar hadden moeite aardig te blijven. We kenden elkaar nog geen vier maanden, dit speelde ook een grote rol. Uiteindelijk besloot Manon dat we elkaar beter een tijdje niet zouden zien, behalve voor alle voorbereidende afspraken, zoals de echo’s. Vrolijke momenten enerzijds omdat de zwangerschap prima verliep, maar lastig omdat we ons nog zo moeizaam tot elkaar verhielden.

Groot geluk

De bevalling naderde. Manon wilde niet dat ik bij de bevalling zou zijn. Ik had weinig kunnen toevoegen, vond ze, en ze had haar zus, een goede vriendin, een doela en een verloskundige bij zich. Hoewel het eenzame uren waren toen ze aan het bevallen was, vond ik het niet heel erg om er niet te zijn omdat ik nog steeds moeite had de juiste afstand tot Manon te bepalen.

En toen was hij er eindelijk en mocht ik komen. Het zien van Moos was geweldig! En meteen een ommekeer wat betreft de sfeer tussen Manon en mij. We waren zo gelukkig. Dit is mijn zoon!, dacht ik. Ik kreeg hem direct in mijn armen en voelde me voor het eerst sinds maanden weer zelfverzekerd. Wat een mooi mannetje! Helemaal af en zelfs al haar op zijn hoofd. De volgende dag mocht ik Manon en Moos naar haar huis brengen en zou ik ze helpen. Ik deed wat ik kon, vooral zorgen dat iedereen te eten had en heel vaak boodschappen doen. Ik sliep op de bank en al snel stond de wieg naast mij. Als Moos wilde drinken, bracht ik hem bij Manon. Wat was ik gelukkig met mijn zoon. Praktisch liep alles zoals gehoopt en dat is altijd zo gebleven.

Toen Moos vier maanden oud was, kwam hij ook bij mij thuis. Manon en ik hebben afgesproken dat hij de helft van de week bij mij is. Suzan probeerde ik in de andere dagen zo veel mogelijk te zien. De mensen in mijn omgeving reageerden overwegend positief op een enkeling na. Wel waren er mensen die zich stil hielden en dan vroeg ik ook niet door. Het maakte niet uit, ik wist dat ik dit wilde en commentaar van derden zou dat toch niet veranderen.

De best mogelijke relatie

Moos is nu bijna twee. Mijn held is ie. Ik blijf optimistisch, al is de angst dat als ik iets verkeerd doe in Manon’s ogen en Moos niet meer mag zien er nog wel. Dit komt omdat ik nog geen ouderlijk gezag heb. Achteraf denk ik: ik had dit écht van tevoren moeten regelen, maar omdat ons contact tijdens de zwangerschap wat moeilijk verliep, heb ik het rustig gehouden. Ach, het komt wel, daar vertrouw ik op. En ondanks het feit dat co-ouderschap ingewikkelder is dan ik dacht, ben ik toch heel blij dat ik dit gedaan heb. In feite zijn we een soort gescheiden stel zonder ruzie, in het meest ideale geval. Er ontstaat soms wat jaloezie over en weer tussen de vrouwen, maar we communiceren wel open en eerlijk met elkaar. Gelukkig heeft Manon sinds kort een vriend, waardoor Suzan meer is gerustgesteld. We hebben afgelopen kerst samen gevierd en dat ging goed. Het belangrijkste is dat we het ‘met z’n allen gezellig samen zijn’ niet afdwingen. Dat het goede gevoel kan groeien. Manon en ik gaan daarom ook naar een therapeut, omdat we er samen alles aan willen doen om goed met elkaar overweg te kunnen. We streven naar de best mogelijke relatie. Nee, ik heb absoluut geen spijt. Manon is een hartstikke leuke, goede moeder en voldoet in die zin aan al mijn verwachtingen. En ik aan die van haar. We doen alles voor dat fijne ventje Moos. Als ik met hem ben, is alles relatief en ben ik dolgelukkig. En dat is zó ontzettend bijzonder; daar doe ik het voor.”

Infokader:

In Nederland wordt steeds vaker ‘geco-ouderd’ en groeit het aantal wensvaders. Sara Coster, schrijfster van het boek De wens en de vaders, begeleidster van singles en lesbische – of homostellen met kinderwens én bestuurslid van stichting Meer dan Gewenst vertelt: “Het aantal mannen dat deelneemt aan onze speeddates groeit. Vijf jaar geleden waren de deelnemers voornamelijk vrouwen, nu is bijna de helft van hen man.” Sara organiseert sinds een jaar speeddates voor mensen die op zoek zijn naar een mede-ouder (co-ouderschap of donorconstructie). Ze heeft zelf twee zoons en co-oudert met een homostel.

www.saracoster.nl www.meerdangewenst.nl 

 

 

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.[paytium name=”Eenmalige donatie Nathalie Driessen” description=”Eenmalige donatie Nathalie Driessen”] [paytium_dropdown label=”Ik doneer” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_total label=”Mijn gekozen donatie” /] [/paytium]