‘Het grachtenpand is van mij, zonder dat ik er ook maar een dag voor hoef te werken’ 

Nadia (33): “Wat is mijn leven ten goede veranderd sinds ik Henry heb ontmoet. Ik woon aan de grachtengordel in Amsterdam in een marmeren paleis met een prachtige, weelderige tuin van 300 vierkante meter waar onze kinderen spelen. Het huis telt vijf verdiepingen. Elke verdieping is zo’n dertig meter lang en overal hangt bijzondere kunst. Elke dag wanneer ik thuiskom, slaak ik een kreetje van pure opwinding. Dat ik in zo’n huis mag wonen… Dan zit ik daar, met mijn kopje thee op onze dure design sofa, met mijn blote voeten op de verwarmde marmeren vloer te genieten van ons prachtige uitzicht op de Keizersgracht. Ik heb altijd al in weelde willen wonen. Mijn man heeft dit huis gekocht maar de helft van het huis is van mij, zonder dat ik er ook maar een dag voor hoef te werken. Ik zorg immers heel goed voor onze twee koters, samen met de nanny. Ja, dat heb ik goed geregeld. Geloof me, genoeg Nederlandse vrouwen teren simpelweg op de zak van hun man. Stiekem zijn ze net zo berekenend als ik als het gaat om geld en zekerheid, alleen ik kom er eerlijk voor uit. Want wie wil nu niet dat z’n natje en droogje geregeld is? Vooral de vrouwen die niet van werken houden, zoals ik. Ik heb nu eenmaal nooit ambities gehad. Mijn suffe baantje in de horeca heb ik dan ook jaren geleden opgezegd, dankzij Henry. Ik moest heel hard werken voor heel weinig geld. Hij zag dat ik er echt geen zin in had, en zei: “Joh, ik verdien geld zat, stop ermee als je het echt zo vreselijk vindt”. Een droom die uitkwam.

Toen ik Henry ontmoette was meteen duidelijk dat hij zijn zaakjes goed geregeld had. Hij is partner in een wereldwijd concern. We troffen elkaar in een bar, niet eens een plek waar veel rijke mannen komen, want ik ben niet stijlloos zoals de échte golddiggers dat zijn. Zij gaan naar chique hotels of bepaalde plekken waarvan ze weten: daar komt veel zakenlui. In mijn ogen prostitutie-gedrag, want dan ligt het er wel héél dik bovenop. Het was puur toeval dat ik Henry ontmoette. Ik was uit met een vriendin en hij stond daar aan de bar, met wat vrienden biertjes te drinken. Hij kwam zelf op me af en we raakten in gesprek.

 

 

Ik vond hem niet per se aantrekkelijk en hield de boot af, tot hij vertelde dat hij partner was binnen een enorme firma. Op dat moment gingen er belletjes rinkelen. Als ik met zo’n man een relatie aan zou gaan, zou ik kunnen stoppen met werken. Ik gaf hem mijn nummer en we spraken nog eens af. Het was al snel duidelijk dat Henry mij helemaal zag zitten, alleen voelde ik me nog steeds niet tot hem aangetrokken. Hij had wat dat betreft echt een plaat voor zijn hoofd en probeerde me steeds te zoenen. Op een avond ben ik toch bij hem thuis beland. Stiekem was ik ook wel nieuwsgierig naar hoe hij woonde, na al zijn grote verhalen; hij is nogal een opschepper. Ik was om. Wát een prachthuis! Henry woonde voorheen in Amsterdam-Zuid in een prachtige villa aan het water, dichtbij een fijn park. Hij had een oprijlaan, een zwembad in de kelder, hij had zelfs een lift in huis! Al die luxe gaf me een ongelofelijk comfortabel gevoel en het maakte me letterlijk fysiek opgewonden. Zó kon je dus ook leven! Tenminste, wel als ik Henry toe zou laten in mijn leven.

Pijnlijke liefde

Luxe en status was misschien wel mijn ultieme geluk na alles wat ik had meegemaakt. Dat vond ik belangrijker dan zogenaamde liefde of verliefdheid. En ik vond het sexy. Dus liet ik Henry toe en heb ik van hem leren houden. Hij is namelijk ook een hele lieve man. En hij geeft me alles wat ik wil. Wat wil een vrouw nog meer? Aan echte liefde heb ik niets dan narigheid overgehouden. Mijn eigen ouders zijn het grote voorbeeld hiervan. Ze zijn uit elkaar gegaan toen ik zes jaar was omdat mijn Spaanse vader hier in Nederland niet kon werken. Van hun verliefdheid is niks dan ellende gekomen, want mijn vader was arm. Behoorlijk naïef als je het mij vraagt om zo halsoverkop te emigreren, maar dát doet liefde dus met je. Ik was een kleuter, nog te klein om te beseffen wat er gebeurde toen hij vertrok, maar ik was écht gek op mijn vader. Wat ik me nog kan herinneren was hoe erg ik het vond dat we hem op het vliegveld zetten. Hoe hij me stevig vasthield, me kuste en verdween door de douane. Ik was zó intens verdrietig, ik bleef mijn moeder maar smeken of we niet met papa mee konden gaan. Ze reageerde vastberaden. Ze wist dat ik hier in Nederland een betere toekomst zou hebben. Dat was mijn eerste ervaring op het gebied van ‘de liefde’. Liefde was voor mij van jongs af aan iets ontastbaars, iets pijnlijks. Mijn moeder heeft daarna nooit meer een man gehad. Ik groeide alleen met haar op in een klein dorpje en mijn moeder was lief voor me, maar ik miste mijn vader. Natuurlijk kreeg ik wel vriendjes vanaf mijn pubertijd en eigenlijk zocht ik bij hen die mannelijke aandacht die ik als kind nooit kreeg. Gek genoeg trok ik vooral naar jongens toe die onbetrouwbaar waren. Dat werd vanaf mijn twintigste alleen maar erger. De ene na de andere fouterik kwam op mijn pad, ik werd keer op keer gekwetst. Allemaal waren ze emotioneel onbereikbaar, net als… mijn eigen vader. Alsof zo’n afwezige man vertrouwd voelde voor me: ik wist niet beter. En toch. Op een bepaald moment was ik dat lijden onder die mannen zat. Waar ik ook klaar mee was, was mijn simpele leventje in dat stomme dorp. Ik wilde de wijde wereld zien, reizen, erop uit. Ik belandde in Amsterdam. Een korte MBO opleiding behaalde ik met hakken over de sloot, maar ik wist nog steeds niet wat ik wilde doen. Horecabaantjes volgde, alles om mijn huur te kunnen betalen en om te kunnen reizen, want dat deed ik het liefst, samen met vriendinnen. Om samen in prachtige oorden te belanden waar je je in een andere wereld waande, ver van de harde realiteit. Mijn moeder had inmiddels haar eigen leventje met haar vrienden. Mijn vader zag ik niet eens. Ik voelde me best vaak alleen, zelfs depressief of ontheemd. Alsof niemand op me zat te wachten. Mijn reizen waren mijn ontsnapping. Daar kwam ik kortstondig in aanraking met luxe en drank en drugs. Mannen die we tegenkwamen namen ons mee naar feestjes op hun jacht of naar een club of een villa. Vooral in Zuid- Frankrijk waar ik vaak met een rijk vriendinnetje naartoe ging omdat haar ouders daar een huis hadden, was het dolle pret. St.Tropez, Cannes, ik keek er mijn ogen uit en feestte erop los onder invloed van veel drugs. Op die momenten waarin de adrenaline door mijn lichaam suisde, voelde het alsof ik even iemand anders kon zijn. Zó machtig. Alsof de wereld aan mijn voeten lag. Ver van mijn eenzame zelf. Ik was toen een jaar of 25 en wist toen al: dit is het leven wat ik wil. Noem het oppervlakkig, dat kan mij weinig schelen. Waarom zou je genoegen nemen met een rotbaantje, een saai leven vol geldzorgen en ellende, terwijl het ook zo kan? Een leven vol genot en lichtheid? Natuurlijk kwam ik met die rijke buitenlandse mannen ook bedrogen uit, waardoor ik op mijn 27e jaar besloot: ik word niet meer verliefd. Nooit meer. En dat was het moment waarop ik Henry ontmoette.

Ongekende luxe

Henry en ik zijn nu vijf jaar samen. Hij wist wel dat ik me niet tot hem aangetrokken voelde, maar toch bleef hij me veroveren. Hij is een zelfverzekerde man en laat zich niet zomaar uit het veld slaan. En hij is slim. Hij merkte meteen dat ik onder de indruk was van zijn geld. Het kon hem blijkbaar niks schelen, want hij wilde me gewoon hebben. Hij vond me zo mooi, zei hij en heeft al zijn kaarten ingezet. Vanaf dag een heeft hij me in de watten gelegd en me zo voor zich gewonnen. In die eerste maanden gaf hij me al een diamanten armband en een paar designerjurken. ‘Diamonds are a girls best friend’, schreef hij op het kaartje met een knipoog. Natuurlijk hebben mijn vriendinnen zich afgevraagd of dit mijn ‘ware liefde’ was, want in het begin wisten ze dondersgoed dat ik me niet tot hem aangetrokken voelde. Een van mijn vriendinnen heeft me zelfs veroordeeld. Ze noemde me letterlijk een golddigger. Ach, ze is gewoon jaloers. Ik heb de vriendschap verbroken. Ergens heeft ze wel een punt, en dat weet ik dondersgoed. Ik heb me zelfs een tijdje echt schuldig gevoeld naar Henry. Maar toen dacht ik; hij wil dit toch ook? Hij weet heus wel dat ik vooral voor zijn geld ga en dat dit vooral een zakelijke transactie is. We willen er denk ik niet te veel over nadenken. We hebben een mooi leventje samen waar al die vriendinnen alleen van kunnen dromen. En ik heb het druk genoeg. Henry en ik hebben namelijk twee kinderen van drie en vijf jaar. Ik werd al snel zwanger, wellicht bewust. Ik wilde ervoor zorgen dat hij me nooit kon verlaten zoals mijn vader dat deed. Die hel nooit meer. We kochten een grachtenpand toen ik zwanger werd. Ik wilde altijd al op de grachten wonen en Henry gaf mij mijn zin. Hij was smoorverliefd.. Nu hebben we dus kinderen en een fulltime nanny. Vaak ga ik er met onze vrienden op uit, weekenden naar Parijs of Londen om te shoppen, een andere keer naar Dubai of New York, samen met Henry. Ik shop me gek, Henry’s creditcard brandt in mijn zak. Hij is zo rijk, die paar designerjurkjes of schoenen per maand zal hem boeien. Hij heeft laatst ook een prachtige Audi voor me gekocht, uit de nieuwste serie. Heel gaaf. Wat me wel opvalt is dat hij steeds vaker weg van huis is. Altijd maar druk. Soms ben ik dagenlang alleen met de kids, we leven best langs elkaar heen. Ik vraag me de laatste tijd af of hij bij een ander is, maar eerlijk gezegd kan ik dat ook weer loslaten. Ik bedoel: stel dat het zo is? Dan moet ie dat maar doen. Zo lang hij mij maar niet verlaat, steek ik mijn kop wel in het zand. Natuurlijk komt soms, op dergelijke momenten die eenzaamheid terug. Die littekens zijn er nog steeds. Ze branden in mijn ziel. Of ik voel de angst om Henry kwijt te raken. De moeders om me heen werken grotendeels en verdelen de zorg met hun man fifty fifty. Ze doen echt alles samen. Als ik die vrouwen zie met hun mannen met wie ze écht contact hebben, kan ik best jaloers zijn en denk ik: waarom ben ik niet samen met een man van wie ik intens veel houd? Waarom laat ik mijn angst voor ware liefde in de weg staan? Anderzijds, zij hebben niet wat ik heb. Status, etentjes in luxe restaurants, zes keer per jaar op vakantie naar Bali, kunnen kopen wat je wilt, nooit meer hoeven werken.. Kortom, die rust en ongekende luxe die zich als een heerlijk warme deken om mij heen slaat. Ik zou niet meer zonder kunnen. Als de afschuwelijke leegte weer in mijn hart toeslaat, bel ik Henry om te vragen of hij nog van me houdt. Omdat hij altijd zegt: “Natuurlijk schatje!” Als hij niet opneemt, laaf ik mezelf aan een prachtige, dure jurk.”

Verschenen in GRAZIA.