Pokerkampioen Raul (24) ging van Jet Set naar modaal en is nu een stuk gelukkiger

‘Zo gewonnen, zo geronnen’

“Toen ik het pokerspel ontdekte – ik was zestien – dacht ik dat het een ouwelullenspelletje was. Mijn vrienden waren helemaal idolaat dus op een gegeven moment dacht ik: laat maar zien hoe het moet. Dat ik uiteindelijk een Jetsetleventje dankzij dit spelletje zou leiden, had ik never nooit gedacht. Ik bleek talent te hebben en raakte steeds meer gefascineerd, juist omdat ik iets had gevonden waar ik écht goed in was. In mijn jeugd was ik altijd een buitenbeentje geweest en nu werd ik eindelijk erkend. Als ik bij een toernooi binnen kwam, zag ik spelers opschrikken: ze wisten dat de grote concurrent mee zou doen. Op de dag dat ik achttien jaar werd mocht ik naar het casino. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren; mijn opa was een paar jaar daarvoor overleden en ik had zijn geluksketting om mijn hals, kuste hem en won in een keer het toernooi: 5000 euro! Sindsdien was ik bezeten en pokerde zeker zestien uur per dag. Ik lééfde op de adrenaline. De hotelschool kapte ik af, want pokeren nam de overhand. Ook mijn baantje in de horeca gaf ik op. Waarom zou ik voor tachtig euro werken, als ik 5000 euro op een avond kon verdienen? Mijn ouders waren wel teleurgesteld dat ik stopte met mijn studie, maar ze wisten dat ze me niet konden tegenhouden.

Enorme klapper

Ik won en spendeerde ik steeds meer geld, tot ik drie vrienden in een jaar verloor. Ik kreeg een terugslag. De confrontatie met mezelf was heftig. Wie was ik, wat wilde ik? Met die vragen in mijn hoofd sloeg ik door, feestte erop los en reisde naar Spanje om na te denken en mijn familie te zien. Maar Spanje was een rauw ervaring. Ik pokerde, won, verloor, was heel emotioneel en kwam in aanraking met dieven in mijn huis. Ik ben behoorlijk in elkaar geslagen, belandde zelfs in het ziekenhuis. Eenmaal terug in Nederland besloot ik mezelf op orde te krijgen. Het was tijd voor bezinning. Ik begreep dat ik, als ik écht succesvol wilde zijn in het pokerspel, me niet door mijn emoties moest laten leiden. Kortom: verliezen met een stalen gezicht. Doorgaan, tot ik zou winnen. Waar ik vroeger beeldschermen stuk ramde omdat ik verloor, was ik nu de rust zelve. Het werkte, want in 2010 –ik was 21 jaar- maakte ik een enorme klapper. In twee weken tijd verdiende ik mijn eerste ton! En later meer en nog meer. Mijn leven veranderde enorm. Geld was geen issue meer. Ik kon doen en laten wat ik wilde. Er kwamen ineens ontzettend veel mensen op me af: mooie vrouwen, nepvrienden die enorm interesse in me toonden. Ik liet ze allemaal toe en gaf ze wat ik maar kon geven. Samen uitgaan naar de Bubbles op het Leidseplein, de Jimmy Whoo, waar was ik niet? Daarbij reisde ik wat af en speelde grotere games met grotere jongens; ik had namelijk het grote geld gewonnen. Maar het was niet genoeg.. Na die ton wilde ik een miljoen dus ik pokerde alsof mijn leven ervan af hing. Tussendoor nam ik vrouwen mee uit en gaf ze alles wat ze wilden. Vanuit het casino rolden we de club in en dan gingen er behoorlijk wat flessen drank doorheen. Niks was te gek; taxi hier, taxi daar, in het Mariott hotel logeren omdat ik te moe was om vijftien minuutjes naar huis te fietsen… Ik weet nog dat ik op ’s nachts een vriendin van me opbelde en zei: ‘Pak je koffers, we gaan op reis. Het is nu vier uur, ik sta om zes uur voor je deur.’ Mijn eigen taxi-jongen reed ons naar het vliegveld. Eenmaal op Schiphol stonden we in de vertrekhal, turend naar al die bestemmingen op het grote bord. ‘Waar wil je naar toe? Kies maar!’, riep ik hyper. Het werd Londen en we hadden de tijd van ons leven. Een mooi hotel midden in de stad, lekker shoppen, de duurste kleren kopen, in de hipste toprestaurants eten. ’s Avonds in het casino eindigen tot diep in de nacht waar de mooiste auto’s voor de deur stonden en sjeiks en chique mensen om ons heen dartelden. Het leven leek te mooi om waar te zijn.

Doodongelukkig

Op dat moment was het heerlijk om zo met geld te kunnen smijten, maar achteraf realiseer ik me dat ik te jong was. Ik was roekeloos, ging maar door en het was nooit genoeg. Op een gegeven moment eiste al dat gefeest z’n tol. Dan sliep ik ineens twintig uren achter elkaar door om vervolgens naar Barcelona te vliegen, nachtenlang te pokeren, twee bloedmooie Braziliaanse meiden vanuit het casino mee te nemen en op de hotelkamer achter te laten om weer verder te pokeren. Het was een bizarre periode en ik dacht dat ik gelukkig was, maar in werkelijkheid was ik een tikkende tijdbom. Ik zocht afleiding, moest continue kicks hebben. Alsof ik op de vlucht was voor mijn emoties die ik nooit een plek heb kunnen geven: bijvoorbeeld het overlijden van mijn opa wat ik nooit helemaal heb verwerkt. Of de dood van mijn drie vrienden of dingen die in mijn jeugd waren gebeurd. Ik parkeerde het, verdrong alles door keihard los te gaan. En hoe meer geld ik won met pokeren, hoe groter de leegte werd die ik uiteindelijk ervoer.

Toch ging ik door. Ik werd bekend, stond in pokerbladen, ging live presteren. Mensen zagen me in casino’s; ik was echt een van de jonge talenten en iedereen keek naar me op. Hoe meer ze echter naar me opkeken, hoe meer ik het gevoel had dat ik nog harder ertegenaan moest gaan. Ik weet nog dat ik net 36.000 euro had gewonnen en een taxi naar Venlo had gepakt om daar een toernooi te spelen. Ik bedoel: hoe ziek is dat? Een taxi pakken naar Limburg vanuit de Randstad? Vervolgens zat ik achterin die taxi met m’n laptop mijn geld terug te verdienen. Eenmaal daar liep ik door de gangen naar mijn hotelkamer en voelde ik me doodongelukkig. Ik had mijn doel bereikt, alle prikkels gehad, maar de drive was weg, want ik had aan iedereen die niet in me geloofde laten zien wat ik kon. Daar zat ik dan, met een paar ‘pokervrienden’, die eigenlijk helemaal geen vrienden waren. Op een avond lag ik met een sigaretje en een glas whisky in bad en begon keihard te janken. Het pokeren had me helemaal opgezogen en ik wist serieus niet meer wie ik was. Ik was zó moe van het feit dat ik elke dag weer mijn pokerface moest opzetten. Als ik niet presteerde, was ik een loser. Als ik wel presteerde maakte ik al het geld weer net zo hard op. Uitgeput reed ik met een vriend in een taxi terug naar Amsterdam à 436 euro en strompelde naar mijn bed. Tijd voor bezinning. Ik had te veel gemist; mijn zus die een nieuw huis had gekocht, verjaardagen, noem maar op. Vanaf dat moment laste ik een totale pokerstop in. Toen het geld uiteindelijk op was moest ik behoorlijk afkicken. Mijn tante had me nog gewaarschuwd: ‘Onthoud een ding Raul: zo gewonnen, zo geronnen’. Ze had gelijk. Ik had een enorm gat in mijn hand.

Geen spijt

Later heb ik een baantje gezocht en belandde in een sportwinkel. Het deed me goed om tussen de mensen te zijn die me namen zoals ik was. Veel zogenaamde vrienden dropen af. De grootste les die ik heb geleerd is dat niemand anders je shit oplost; je bent altijd alleen. Ook vond ik het moeilijk om te zien dat mensen nog steeds van me verwachtten dat ik alles zou betalen, omdat ik dat voorheen ook had gedaan. Fuck them! Wat ik nu ook weet is dat je pas echt genoegdoening vindt wanneer je voor je geld spaart of er hard voor werkt. Natuurlijk was ik blij wanneer ik een toernooi had gewonnen of een goede avond had gehad, maar ik kon nergens naartoe werken. Het had geen diepgang. Je moet elke keer keihard presteren, anders kost het je kop! En ik had juist structuur nodig, de motivatie om iets te doen in plaats van continue in een adrenalinerush te zitten die je langzaam maar zeker opzuigt.

Twee jaar geleden kwam ik mijn ex tegen, wat een geweldige vrouw. Zij gaf echt om mij om wie ik was. Ik speelde in die tijd af en toe poker, maar vooral om wat geld bij te verdienen. Ze trok dat niet dus ik moest kiezen tussen haar en pokeren. De keuze was makkelijk gemaakt: ik wilde haar. Maar ik zat op dat moment niet lekker in mijn vel en kon het toch niet laten om af en toe een spelletje te spelen. Ik wilde haar op financieel gebied ook iets te bieden hebben en met een spelletje was het geld snel verdiend. Ze verbrak onze relatie en liet me met een gebroken hart achter. Die breuk heeft me nog meer met mezelf geconfronteerd waardoor ik heel hard op zoek ben naar wat ik precies wil. Fulltime pokeren is geen optie meer. Op zoek dus naar het geluk. Ik heb nu mijn eigen huis en werk parttime in de horeca. Pokeren doe ik als hobby en ik zal het ongetwijfeld wel blijven doen. Maar nooit meer zo veel als toen. Nee, ik heb geen spijt dat het zo is gelopen. Ik heb veel geleerd, met name dat geld slechts een tool is. Veel mensen in onze maatschappij denken dat je werkelijk iets ‘bent’ als je geld hebt, jagen rijkdom achterna. Dat is de grootste illusie die er is. Als iemand weet dat geld niet per se gelukkig maakt, ben ik het. Het maakt veel deuren open, maar het maakt ook veel kapot. Ik werd er hebberig van, zocht nog meer kicks en hoogtepunten dan ik al had. Want elke week in een tropisch resort rondhangen wordt ook saai. Zo saai dat ik uiteindelijk snakte naar gezapigheid. Het zijn de kleine dingetjes in het leven die ik enorm ben gaan waarderen. Een goed gesprek met een vriend. Of samenzijn met familie en gewoon een filmpje kijken. Of lekker eten. Ik ben blij dat ik de kraan op slot heb gedraaid en met beide benen op de grond ben beland, voel me zelfs gelukkiger. In elk geval rustiger dan voorheen, al is het misschien stilte voor de storm.”

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.[paytium name=”Eenmalige donatie Nathalie Driessen” description=”Eenmalige donatie Nathalie Driessen”] [paytium_dropdown label=”Ik doneer” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_total label=”Mijn gekozen donatie” /] [/paytium]