Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.[paytium name=”Eenmalige donatie Nathalie Driessen” description=”Eenmalige donatie Nathalie Driessen”] [paytium_dropdown label=”Ik doneer” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_field type=”email” label=”Mail (niet verplicht)” required=”false” /][paytium_total label=”Mijn gekozen donatie” /] [/paytium]

Katja (38, zelfstandig ondernemer) durfde na een mislukte zoektocht naar de ware, het co-ouderschap aan te gaan met een homostel. Ze ging doordacht te werk en heeft nu een dochter van dertien maanden. Een gezin zijn ze niet, maar het voelt wel als familie. “Mijn dochter heeft twee vaders en een moeder.”

Katja: “In mijn twintiger jaren had ik regelmatig vriendjes, maar echt serieus was ik niet. Ik kwam zelf niet uit een standaardgezin en had nog heel wat uit te vinden. Al snel merkte ik dat liefde ook een hoop onzekerheid met zich meebracht, waardoor ik me niet snel wilde binden. Achteraf denk ik dat ik vooral probeerde om niet gekwetst te worden. Daarnaast was ik druk bezig met mijn carrière, iets waar ik nu de vruchten van pluk. Op mijn dertigste begonnen mijn eierstokken echter te rammelen, dus moest ik op zoek naar de juiste man. Dit bleek nog niet zo eenvoudig. Ik vond het heel belangrijk dat mijn kind(eren) met een moeder en een vader zouden opgroeien, maar zag veel gestrande relaties in mijn omgeving, waaronder ook relaties met kinderen. Dat vond ik een afschuwelijk idee. Al snel ontdekte ik ook dat de meeste mannen niet dezelfde kinderwens hadden als ik, en zeker niet als ik vertelde dat ik niet lang meer wilde wachten. Tja, ik wilde niet jaren aan een relatie gaan werken terwijl er kostbare jaren verloren zouden kunnen gaan. Want wat als deze relatie mis ging, of als na jaren aan de relatie werken ik nog jaren nodig had om zwanger te worden? Van nature ben ik ben een behoorlijk planmatig type, dus bij dat scenario liepen de rillingen over mijn rug. Vier jaar lang heb ik intensief gezocht naar een geschikte partner, maar ik vond hem niet. Ik realiseerde me dat mijn kinderwens inmiddels zo sterk was geworden, waardoor ik vooral naar mannen keek als ‘leuke vader’ of ‘niet-leuke vader’. Terwijl: was het dan ook een leuke man voor mij? Mijn eitjes waren niet oneindig houdbaar, dus er moest iets gebeuren. Ik heb verschillende constructies onderzocht en bekeken. Een kind van een anonieme donor was voor mij absoluut geen optie, ik wilde altijd al een stabiele vader voor mijn kind met wie ik de zorg kon delen. Ik koos dus bewust voor het co-ouderschap. De voordelen spraken wat mij betrof voor zich: de zekerheid van een liefdevolle vader die bewust voor dit kind zou kiezen, geen emotioneel drama van een eventuele scheiding zoals dat bij heterostellen gaat, en geen voogdijrechtszaken die daar eventueel op kunnen volgen.

Zelfinseminatie                                                                          

Toen ik gericht ging zoeken naar een vader in de formule van co-ouderschap had ik deze redelijk snel gevonden op de website www.meerdangewenst.nl. Een homostel had een advertentie geplaatst. Na een paar mails nodigde ik ze uit en de klik was er gelijk. Niet alleen omdat we hetzelfde doel hadden maar ook omdat we heel nuchter naar de situatie keken en dezelfde normen en waarden hadden. We stonden redelijk op dezelfde manier in het leven. Daarbij waren de twee heren knap om te zien, (ze hadden zo model kunnen zijn), en net als ik hebben ze allebei een leuke carrière opgebouwd. Die intellectuele en maatschappelijke gelijkwaardigheid vond ik heel belangrijk voor mezelf, maar ook voor ons kind. Kortom, de ideale match. We hebben veel gepraat en goede afspraken gemaakt. Ineens beseften we dat we eigenlijk al snel van start konden, immers, alles was besproken.

We kozen voor zelfinseminatie. Hierdoor zou ik niet naar het ziekenhuis hoeven en lag ik fijn in mijn eigen bed waar ik alle privacy had. Tja, waarom zou je het jezelf moeilijk maken? Het verwekken van een liefdesbaby op een strand bij maanlicht was er toch al niet bij. Maar voordat ik kon insemineren, was het wel fijn om te weten wanneer ik precies een eisprong had. Dit moest dus steeds in het ziekenhuis worden gecheckt. En kon ik eigenlijk wel zwanger raken? Dat was nog maar de grote vraag. Insemineren, dan 20 minuten blijven liggen met de benen omhoog en dan begon het lange wachten. Zwanger of niet? Bij de derde poging was het raak. Vanaf het moment dat we elkaar ontmoetten heeft het zeven maanden geduurd voordat ik zwanger was, dat was dus best snel. Ik was zo blij! Ook de vaders gingen helemaal uit hun dak. We zijn meteen uit eten gegaan om het te vieren.

It’s a girl!                                                

Maar ondanks de feestvreugde over het zwanger worden, ontstonden er hobbels. Op maandag wist ik dat ik zwanger was en op woensdag had ik wat bloedverlies. Ik ging naar het ziekenhuis en daar kreeg ik te horen dat het vruchtje te klein was en dat ik rekening moest houden met een miskraam. Dat was heel pijnlijk. Ik was zo blij geweest, hoe kon het nu niet goed zijn? En na al de keren in het ziekenhuis waarbij ik mijn eitjes moest laten meten, zou het nu dus niet gelukt zijn? Het vruchtje moest zich nog losmaken en dat zou waarschijnlijk binnen een week gebeuren. Er gebeurde echter niks. In de tweede week zat ik op het toilet met de gedachte: kleintje laat maar los. Dit was behoorlijk verwarrend, want de hormonen gierden door mijn lijf, maar ik moest mezelf voorbereiden op een miskraam. Een nieuwe echo kwam en wat bleek; het vruchtje zat er nog, en we zagen een hartje! Het had een groeispurt gemaakt en weer dagen ingehaald. De twaalf weken echo kwam en het vruchtje zat er nog steeds. De twintig weken echo kwam en toen hoorden we dat we een meisje kregen. Alles zag er goed uit, heerlijk, wat was dat fijn. In de achtendertigste week van de zwangerschap -twee weken te vroeg – beviel ik uiteindelijk van onze dochter Julie. Daarna heb ik twee weken bij de vaders vertoefd. Met z’n drieën hebben we voor Julie gezorgd. In de derde week ben ik naar huis gegaan en heb ik alles zelf gedaan. Julie gaat drie dagen per week naar haar vaders. We houden alledrie waanzinnig veel van onze dochter en hebben het nooit over biologisch of juridisch vaderschap. Iedereen is gelijk en we doen allemaal wat we moeten doen. Alleen het juridische vaderschap is vastgelegd en als Julie ooit wil weten wie de biologische vader is, dan hoort ze dat.

Gemis van een gezin                                                                  

Natuurlijk was het na de geboorte van Julie niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Misschien een beetje naïef, maar ik hoopte echt op de beroemde ‘roze wolk’. Mijn dochter is natuurlijk geweldig, en ik ben zo blij dat ze zo gezond is, maar hormonaal weer omschakelen en ontzwangeren was intensiever dan ik dacht. In mijn geval viel de fysieke pijn nog wel mee, maar de hormonen voor en na de bevalling ervoer ik als zeer heftig. Ik had helaas geen man bij wie ik even kon uithuilen, dat heb ik heel erg gemist, ondanks het feit dat ik een zelfstandige, onafhankelijke vrouw ben. Naar mijn idee zou je na je bevalling overigens een jaar lang niets moeten hoeven doen, maar omdat ik zelfstandig ondernemer ben lukte dat niet. Een kind krijgen en opvoeden is niet simpel, zo ondervond ik, vooral als je daarnaast nog werkt en geen partner hebt. Bovendien kunnen behoeftes die je hebt voor de zwangerschap na de zwangerschap erg veranderen. Daar is een huwelijk nog enigszins tegen bestand maar bij co-ouderschap is alles gebaseerd op afspraken en verwachtingen. Als deze anders worden wanneer de baby er is, kan dat moeilijk zijn. De meeste vrouwen hebben een man met wie ze alles kunnen overleggen. Ik heb een stel met wie ik altijd alles moet overleggen, een stel dat samen ook een gezin vormt. Co-ouderschap brengt ook twijfel met zich mee, net als welke relatie ook. Ook hier geldt; hoe goed ken je elkaar nu eigenlijk? Afspraken maken is goed maar of jij of zij zich eraan houden moet zich uiteindelijk bewijzen. Daarbij vergt co-ouderschap veel van je incasseringsvermogen. Je moet bereid zijn om grote concessies te doen, helemaal op het moment dat je net een kindje hebt gebaard en kwetsbaar bent.

Het goede nieuws: mijn kinderwens is vervuld. En hoe! Ik mag wel zeggen dat we heel veel geluk hebben gehad. Onze dochter is gezond en een heel blij en opgewekt meisje. Ze heeft hele mooie ogen en lacht zo lief naar iedereen, de complimenten vliegen me de hele dag om de oren. Dat is natuurlijk geweldig. Toch realiseer ik me dat het nog leuker had geweest als ik een partner zou hebben om dit mee te delen. Als ik dit tegen vriendinnen zeg, vertellen ze me dat hun man heel veel weg is en dat zij het ook vaak alleen doen, maar dat is toch anders. Een ander punt: veel vrijgezelle mannen denken altijd dat ik bezet ben. Als ze mij met baby zien, denken ze: daar zal wel een man aan kleven. Kortom, als ik nu nog geen kind zou hebben, zou ik het co-ouderschap zeker weer aangaan, maar een tweede lijkt me erg moeilijk als je geen partner hebt en wel een baan. Dat zie ik niet zitten. Anderzijds: het moederschap is voor mij wél heel bijzonder… nog veel bijzonderder dan ik ooit had kunnen bedenken. Nu weet ik waarom ik dat nooit had willen missen.. Ook zie nog steeds de voordelen van deze constructie: ik heb twee liefdevolle vaders voor mijn kind. Julies vaders zullen altijd goed voor haar zorgen, en dat kun je niet van alle heterovaders zeggen. Hoeveel vaders zie je niet die de zorg eigenlijk volledig aan de moeder overlaten?

Ons kind, de hoofdprijs                                                                

Je kunt ons geen echt gezin noemen, maar de vaders voelen wel als familie. We doen best veel dingen samen, gaan soms op vakantie of naar het park. Laatst zijn we met z’n allen naar St. Tropez gegaan. We zaten met z’n vieren in een huisje en dat was erg gezellig. Het was onze dochters eerste vliegreis, iets wat je met elkaar moet ervaren, zodat je elkaar ook kunt helpen als het anders loopt. We zijn erachter gekomen dat het erg belangrijk is veel overleg te hebben, hoe klein onze dochter ook nog is. Elke week eten we tenminste een keer met zijn viertjes en bespreken we alles. Daarnaast hebben we het ook gewoon heel gezellig. Af en toe vind ik het wel erg jammer dat ik op kwetsbare maar ook heel dierbare momenten rondom de geboorte van mijn dochter geen partner had om deze momenten mee te delen, maar dit weegt niet op tegen de voordelen. We hebben Julie. Zij is de hoofdprijs. En Julie heeft maar liefst drie ouders op wie ze terug kan vallen. Ons kindje is zo ontzettend gewenst! We wisten dat we alledrie ten aller tijden goed voor haar zouden zorgen. Er zijn altijd drie mensen die er voor haar zijn, in plaats van twee. En al met al ben ik dus niet helemaal alleen.

We zijn nu een jaar verder en ik heb weer tijd om te daten. Gelukkig kan ik nu weer gewoon naar een man kijken zonder dat ik stress heb over mijn al dan niet gedeelde kinderwens. Ik heb nooit concessies willen doen bij het vinden van een partner, maar heb nu wel mijn eisenlijstje grotendeels aan de wilgen gehangen. Ik sta meer open dan voorheen voor een relatie en ieders eigenheid. En dat voelt tijdens het daten een stuk relaxter als voorheen.”

Verschenen in GRAZIA.